Onderzoek naar Nature-based solutions in stedelijke in- en uitbreidingsplannen
Naast maatregelen om klimaatverandering tegen te gaan, is het van groot belang dat de Nederlandse steden zich aanpassen aan het veranderende klimaat (Planbureau voor de Leefomgeving 2024). Echter blijkt dat het huidige Nederlandse klimaatadaptatietempo onvoldoende is en dat groene-blauwe kwaliteiten onvoldoende worden meegenomen bij nieuwe planontwikkelingen en bij ingrepen in bestaande gebouwde gebied (de Jonge, Harbers en van der Wal-Zeggelink 2023).
Het doel van dit onderzoek is om te achterhalen welke knelpunten gemeenten ondervinden bij de implementatie van Nature-based solutions in stedelijke in- en uitbreidingsplannen, om zo oplossingsrichtingen te formuleren die de implementatie van Nature-based solutions in deze plannen kunnen bevorderen. Dit probleem is onderzocht, waarbij de volgende hoofdvraag centraal stond:
“Op welke wijze kunnen gemeenten de implementatie van Nature-based solutions in stedelijke in- en uitbreidingsplannen bevorderen om de klimaatbestendigheid van het stedelijk gebied te vergroten?"
Om tot een antwoord te komen op de hoofdvraag zijn meerdere deelvragen geformuleerd. Deze vragen zijn beantwoord door middel van desk- en fieldresearch.
De conclusie is dat de huidige nationale en regionale aanpak omtrent het realiseren van een groen klimaatadaptief stedelijk gebied tekortschiet, doordat de huidige aanpak te vrijblijvend is. Het gemeentelijk beleid stelt momenteel geen of nauwelijks harde eisen omtrent het inbrengen van groene klimaatadaptatiemaatregelen, waardoor projectmanagers en ontwikkelaars zelf de regie hebben over de mate en kwaliteit van de toepassing daarvan.
Daarnaast is geconcludeerd dat de rol van het Rijk, zoals benoemd in de Omgevingswet, onvoldoende wordt nageleefd. Het realiseren van een groen klimaatadaptief stedelijk gebied schiet tekort, waardoor optreden van het Rijk noodzakelijk is. Dat gemeenten behoefte hebben aan meer regie van het Rijk, wordt bevestigd in gesprekken met meerdere gemeenten. Deze regie kan komen in de vorm van een landelijke groennorm, richtlijn of kader.
Ten slotte is er een concrete verkenning gedaan naar de invoering van een mogelijke groennorm. Uit gesprekken met meerdere gemeenten blijkt dat zij de invoering van een mogelijke groennorm zien als een instrument die de implementatie van groene oplossingen in planontwikkelingen zal bevorderen. In het kader van het ruimtelijke ordeningsbeleid is het mogelijk om via een omgevingswaarde een groennorm te verplichten. Dit kan worden gerealiseerd door middel van een instructieregel, zoals beschreven in de Omgevingswet. Ook zijn er met gemeentes gesprekken gevoerd om te onderzoeken wat hun wensen voor een mogelijke groennorm zijn en hoe een groennorm er volgens hen uit zou moeten zien. Echter blijkt uit de bestaande literatuur dat er in het heden geen goede groennorm is die in Nederland gebruikt kan worden.
Recente ontwikkeling is de publicatie van de Handreiking Groen in en om de Stad door Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties & Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (voorjaar 2024). De handreiking bevat een borgingssystematiek die als doel heeft om gemeenten te ondersteunen bij de implementatie van groen in en om de stad. In de handreiking wordt onderscheid gemaakt in de volgende schaalniveaus: Straat, Buurt, Wijk, Stad, Om de stad/regio.